Auteur Geert van der Kolk voor even terug in Beeckestijn

,,Wat is het mooi geworden’’, zegt auteur Geert van der Kolk als hij in de historische tuin van Buitenplaats Beeckestijn staat. ,,Vroeger was dit een bouwval. Mijn vader zat in de gemeenteraad en heeft zich hardgemaakt voor Beeckestijn. Ik zeg niet dat hij het gered heeft, maar goh, wat ziet het er goed uit.’’

Van der Kolk, die al 35 jaar in de Verenigde Staten woont, is een paar weken in Nederland om zijn nieuwe autobiografische roman ’De Jongens’ te promoten. Vanaf station Driehuis loopt hij via zijn oude straat, de Da Costalaan, door landgoed Beeckestijn naar de Brasserie voor het interview. ,,Ik herinner mij de salamanders en dikkopjes in de vijver nog’’, zegt Van der Kolk (1954) terugdenkend aan zijn jeugd in Velsen.

In het boek, dat vorige maand bij Uitgeverij De Kring verscheen, keert de voormalig journalist voor het eerst in een roman terug naar Velsen. In het boek bezoekt hij de plekken waar hij opgroeide, zoals de Jan Campertschool in Driehuis, de zeeverkenners in Velsen en de thuisbasis van Telstar.

Herinneringen
Het boek opent een week na de elfde verjaardag van hoofdpersonage Jan Mendel als het gezin naar de Veluwe verhuist. Tot ergernis van Jan, die helemaal niet weg wil uit Velsen. Jan is een kind van Kennemerland, geboren onder aan de dijk van het Noordzeekanaal, in de schaduw van de Hoogovens en opgegroeid met de zeewind in zijn kuif en in zijn neus het pure aroma van algen, stookolie en de visafslag, schrijft Van der Kolk, die zelf in Velsen-Noord geboren werd. Tot zijn elfde woonde het gezin Van der Kolk in Driehuis, voordat de verhuizing naar Apeldoorn een feit was. ,,De nostalgie in het boek gaat over Velsen, niet over Apeldoorn. Ik heb veel goede herinneringen aan Velsen.’’

Dit boek is niet de eerste poging van de auteur van zeven boeken om over zijn Velsense jeugd te schrijven. ,,Ik heb het eerder geprobeerd, maar het was te zwaarwichtig en serieus. Dat is voor een ander niet interessant om te lezen.’’ Toen hij de juiste vorm had gevonden, ging het schrijven op zijn creatieve werkplek in de Amerikaanse stad Boston snel. In een jaar was het boek af. ,,Het is comedy geworden, een vorm om te relativeren. Zonder traumatische herinneringen en zonder schuldgevoelens. Ik heb een goede tijd in Velsen gehad.’’

Eerlijkheid
,,Jan Mendel is in vele opzichten een belachelijke figuur, een recht door zee vent, een scharrelaar, maar wel een aardige jongen. Jan schrijft het boek, maar heeft nog nooit een boek geschreven. Daardoor kan ik literaire geintjes met hem maken.’’ Jan is bijvoorbeeld erg gesteld op eerlijkheid. ,,Er is een verschil tussen letterlijke eerlijkheid en literaire eerlijkheid. Een roman is verzonnen, dus per definitie niet eerlijk. Maar het kan wel integer zijn. Jan heeft daar alleen geen kaas van gegeten, die kletst maar wat’’, legt de fulltime schrijver uit. ,,Memoires over de jeugd worden vaak geïdealiseerd. Dat wil Jan juist niet. Op ieder woord zit een laag ironie.’’

Toch kraamt Jan niet alleen maar onzin uit, vindt Van der Kolk. Zo schrijft hij over een natuurcamping in Driehuis, waar regelmatig Duitse toeristen kampeerden. ,,Als de kampeerders weggingen trokken Jan en zijn broer Jos de haringen uit de grond, zodat de tenten instortten. Ik kan zeggen dat dat waarheidsgetrouw is’’, glimlacht Van der Kolk breed.

Kattenkwaad
Als jongetje heeft Van der Kolk vaker kattenkwaad uitgehaald. Al kan hij zich niet alles meer goed herinneren. ,,Toen mijn moeder overleed, moest haar appartement opgeruimd houden. Ze had al onze rapporten bewaard, ook van mijn schooltijd in Driehuis. Ik heb niets dan de beste herinneringen aan die school. Onderaan de rapporten was ruimte voor de onderwijzer om commentaar te geven. Al mijn juffen mopperden over mijn gedrag. Ik kan me daar niets van herinneren’’, lacht hij.

Curieus noemt Van der Kolk het. ,,Het is curieus dat je zeker weet dat je je iets herinnert en dat je je toch vergist.’’ Hij leerde tijdens het schrijven om zijn geheugen ’extreem te wantrouwen’. In het boek komt bijvoorbeeld een internaat voor meisjes uit goede families voor. ,,Ik was ervan overtuigd dat het Happy Landing heette. Mijn oudere broer las het boek – hij staat trouwens model voor Jos. Mijn jongere broer en zus zitten niet in het boek – en vertelde dat het Sunny Home heette. Je eigen hersenen halen geintjes met je uit.’’

Kompas
Als schrijver maakt Van der Kolk gebruik van zijn eigen kompas. ,,Ik maak nooit een schema voor een boek, maar ik weet wel onmiddellijk als ik vastloop in het verhaal. Dat is geen writer’s block.’’

,,Het betekent dat ik in het hoofdstuk ervoor een verkeerde bocht heb gemaakt. Dan ben ik van koers. Als je bijvoorbeeld een reisverhaal schrijft, dan heb je altijd een ijkpunt. Met een roman ga je buitengaats en heb je dat ijkpunt niet. Daarvoor heb ik een intern kompas.’’

(Bron: www.ijmuidercourant.nl – © Foto United Photos/Toussaint Kluiters)